al

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord al. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord al, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je al in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord al is hier. De definitie van het woord al zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanal, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: AlaL, aℓ

Universeel taalgebruik

Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van “l” (liter) met het voorvoegsel “a” (atto-)

Symbool

al

  1. (wiskunde), (eenheid) het symbool voor attoliter, gelijk aan 0,000.000.000.000.000.001 liter
Schrijfwijzen
Verwante begrippen


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al
Woordherkomst en -opbouw
  • als onbepaald voornaamwoord voor het eerst aangetroffen in 776
  • afkomstig van:
Middelnederlands: al
Oudnederlands: al, ol
Germaans: *allaz
Indo-Europees: *al-
  • Verwant in Germaans:
West: Fries/Afrikaans: al, Engels: all, Schots: aw, Duits: all, Oudhoogduits, allīhho, Jiddisch: אַלץ (alts)
Noord: Zweeds: all, Deens: al, Noors; all, alt, IJslands/Faeröers: allur
Oost: Gotisch: alls

Bijwoord

al

  1. reeds
    • Hij heeft het al geprobeerd. 
  2. versterkend
    • Dat is al te dol! 
  3. ~ + deelwoord: terwijl, tijdens
    • Al wandelend kwam hij zijn oude vriend tegen. 
Vertalingen

Voegwoord

al

  1. ook wanneer, ondanks dat
    • Al is hij nog zo moe, hij blijft gewoon doorgaan. 
Spreekwoorden
Vertalingen

Onbepaald voornaamwoord

al

  1. geheel
    • Hij probeerde het met al zijn macht. 
Antoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Voorzetsel

al

  1. (kookkunst) met (alleen in onderstaande verbindingen)
Typische woordcombinaties

Voorzetsel

al

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) op (alleen in onderstaande verbindingen)
Typische woordcombinaties
Afgeleide begrippen

Lidwoord

al

  1. de, het (in woorden ontleend aan het Arabisch)
Afgeleide begrippen
enkelvoud meervoud
naamwoord al -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het alo

  1. heelal

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Achterhoeks

Bijwoord

al

  1. al; reeds


Afrikaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • al
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Nederlandse al

Bijwoord

al

  1. al; reeds
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

al

  1. heelal
Synoniemen

Voornaamwoord

al

  1. heel, geheel
  2. alle, elk


Angelsaksisch

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *ailą

Zelfstandig naamwoord

āl o

  1. vuur
Afgeleide begrippen


Engels

enkelvoud meervoud
al als

Zelfstandig naamwoord

al

  1. (bloemplanten) Morinda citrifolia op Wikispecies noni of Indische moerbei


Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

al

  1. (spreektaal) er, daar
    «Il est al Momo?»
    Is Momo er?

Verwijzingen


Fries

Voornaamwoord

al

  1. alle
Afgeleide begrippen

Verwijzingen

Bijwoord

al

  1. al; reeds

Verwijzingen


Limburgs

Uitspraak

Bijwoord

al

  1. (Hooglimburgs) al
  2. (Hooglimburgs) alles
  3. (Hooglimburgs) helemaal

Zelfstandig naamwoord

al o

  1. (Hooglimburgs) heelal, universum
Verbuiging


Luxemburgs

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Oudhoogduitse ald

Bijvoeglijk naamwoord

al

  1. oud
Antoniemen


Michoacan-Nahuatl

Zelfstandig naamwoord

al

  1. (drinken) water; kleurloze vloeistof


Middelengels

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Angelsaksische eall

Bijwoord

al

  1. geheel, volledig

Voornaamwoord

al

  1. alle, elke


Middelnederlands

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Oudnederlandse al / ol

Voornaamwoord

al

  1. alle

Verwijzingen

Bijwoord

al

  1. compleet, volledig

Verwijzingen

Voegwoord

al

  1. ondanks
Overerving en ontlening

Verwijzingen


Nedersaksisch

Bijwoord

al

  1. al; reeds
Schrijfwijzen


Oost-Fries

Bijwoord

al

  1. al; reeds


Oudhoogduits

Uitspraak
Woordafbreking
  • al
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *allaz

Bijvoeglijk naamwoord

al

  1. alle
  2. elk
  3. geheel
Overerving en ontlening
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *ēlaz

Zelfstandig naamwoord

al o

  1. (straalvinnigen) paling, aal; een langwerpige vis
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening


Oudnederlands

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *allaz

Bijvoeglijk naamwoord

al

  1. alle
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening

Verwijzingen

Bijwoord

al

  1. geheel, volledig

Verwijzingen


Oudsaksisch

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *allaz

Bijvoeglijk naamwoord

al

  1. alle
Overerving en ontlening
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *ēlaz

Zelfstandig naamwoord

al m

  1. (straalvinnigen) aal, paling; een langwerpige vis
Schrijfwijzen


Pools

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Duitse Aal

Zelfstandig naamwoord

al m

  1. (straalvinnigen) (dialect: Silezisch) aal
Synoniemen


Saterfries

Bijwoord

al

  1. al; reeds


Spaans

Woordherkomst en -opbouw

Samenvoeging van a en el.

Uitspraak

Voorzetsel

al

  1. aan de
    «Doy el libro al vecino.»
    Ik geef het boek aan de buurman.


Turks

Bijvoeglijk naamwoord

al

  1. rood
  2. blozend


West-Vlaams

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Middelnederlandse al

Bijwoord

al

  1. al
Schrijfwijzen


Zweeds

Zelfstandig naamwoord

al

  1. els