aanpassen

Hello, you have come here looking for the meaning of the word aanpassen. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word aanpassen, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say aanpassen in singular and plural. Everything you need to know about the word aanpassen you have here. The definition of the word aanpassen will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofaanpassen, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From aan +‎ passen.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈaːmˌpɑsə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: aan‧pas‧sen

Verb

aanpassen

  1. (transitive) to change, adjust
    Synonyms: veranderen, wijzigen
    Het programma is iets aangepast ten opzichte van vorig jaar.
    The programme was adjusted a little compared to last year.
  2. (reflexive) to adjust, adapt
    Synonym: accommoderen
    Om te overleven zul je je moeten aanpassen.
    In order to survive, you will have to adapt.
  3. (transitive) to fit, try on
    Je hebt nu al drie jurken aangepast; kies er gewoon één!
    You already tried on three dresses; just pick one already!

Conjugation

Conjugation of aanpassen (weak, separable)
infinitive aanpassen
past singular paste aan
past participle aangepast
infinitive aanpassen
gerund aanpassen n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular pas aan paste aan aanpas aanpaste
2nd person sing. (jij) past aan, pas aan2 paste aan aanpast aanpaste
2nd person sing. (u) past aan paste aan aanpast aanpaste
2nd person sing. (gij) past aan paste aan aanpast aanpaste
3rd person singular past aan paste aan aanpast aanpaste
plural passen aan pasten aan aanpassen aanpasten
subjunctive sing.1 passe aan paste aan aanpasse aanpaste
subjunctive plur.1 passen aan pasten aan aanpassen aanpasten
imperative sing. pas aan
imperative plur.1 past aan
participles aanpassend aangepast
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

Anagrams