5 Results found for "aantijgen".

aantijgen

/ˈaːnˌtɛi̯.ɣə(n)/ Hyphenation: aan‧tij‧gen Compound of aan +‎ tijgen. aantijgen (transitive, with the accused as indirect object, formal, dated) to accuse...


aantijging

From aantijgen +‎ -ing. IPA(key): /ˈaːnˌtɛi̯.ɣɪŋ/ Hyphenation: aan‧tij‧ging aantijging f (plural aantijgingen, diminutive aantijginkje n) allegation,...


aantocht

From aantijgen. Equivalent to aan +‎ tocht. IPA(key): /ˈaːnˌtɔxt/ Hyphenation: aan‧tocht aantocht m (plural aantochten, diminutive aantochtje n) approach...


tijgen

Proto-Indo-European *deyḱ- (“to show”). tijgen (obsolete, transitive) to accuse aantijgen aantijging   From Middle Dutch tien, from Old Dutch tian, from Proto-West...


tien

blame to prosecute This verb needs an inflection-table template. Dutch: aantijgen (with -g- from the past stem) “tien (I)”, in Vroegmiddelnederlands Woordenboek...