afkoelen

Hello, you have come here looking for the meaning of the word afkoelen. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word afkoelen, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say afkoelen in singular and plural. Everything you need to know about the word afkoelen you have here. The definition of the word afkoelen will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofafkoelen, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From af +‎ koelen.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈɑfkulə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: af‧koe‧len

Verb

afkoelen

  1. (ergative) to cool off, cool down

Conjugation

Conjugation of afkoelen (weak, separable)
infinitive afkoelen
past singular koelde af
past participle afgekoeld
infinitive afkoelen
gerund afkoelen n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular koel af koelde af afkoel afkoelde
2nd person sing. (jij) koelt af, koel af2 koelde af afkoelt afkoelde
2nd person sing. (u) koelt af koelde af afkoelt afkoelde
2nd person sing. (gij) koelt af koelde af afkoelt afkoelde
3rd person singular koelt af koelde af afkoelt afkoelde
plural koelen af koelden af afkoelen afkoelden
subjunctive sing.1 koele af koelde af afkoele afkoelde
subjunctive plur.1 koelen af koelden af afkoelen afkoelden
imperative sing. koel af
imperative plur.1 koelt af
participles afkoelend afgekoeld
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Antonyms

Derived terms

Descendants

  • Negerhollands: koel af

Anagrams