afschrikken

Hello, you have come here looking for the meaning of the word afschrikken. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word afschrikken, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say afschrikken in singular and plural. Everything you need to know about the word afschrikken you have here. The definition of the word afschrikken will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofafschrikken, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From af +‎ schrikken.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈɑfsxrɪkə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: af‧schrik‧ken

Verb

afschrikken

  1. (transitive) to scare off
  2. (transitive) to deter by fear

Conjugation

Conjugation of afschrikken (weak, separable)
infinitive afschrikken
past singular schrikte af
past participle afgeschrikt
infinitive afschrikken
gerund afschrikken n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular schrik af schrikte af afschrik afschrikte
2nd person sing. (jij) schrikt af, schrik af2 schrikte af afschrikt afschrikte
2nd person sing. (u) schrikt af schrikte af afschrikt afschrikte
2nd person sing. (gij) schrikt af schrikte af afschrikt afschrikte
3rd person singular schrikt af schrikte af afschrikt afschrikte
plural schrikken af schrikten af afschrikken afschrikten
subjunctive sing.1 schrikke af schrikte af afschrikke afschrikte
subjunctive plur.1 schrikken af schrikten af afschrikken afschrikten
imperative sing. schrik af
imperative plur.1 schrikt af
participles afschrikkend afgeschrikt
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

Wikious
Boobota
Sagapedia