afstaan

Hello, you have come here looking for the meaning of the word afstaan. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word afstaan, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say afstaan in singular and plural. Everything you need to know about the word afstaan you have here. The definition of the word afstaan will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofafstaan, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From Middle Dutch afstaen. Equivalent to af +‎ staan.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈɑfstaːn/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: af‧staan

Verb

afstaan

  1. (transitive) to relinquish, to give up
  2. (transitive) to cede

Conjugation

Conjugation of afstaan (strong class 6, irregular, separable)
infinitive afstaan
past singular stond af
past participle afgestaan
infinitive afstaan
gerund afstaan n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular sta af stond af afsta afstond
2nd person sing. (jij) staat af, sta af2 stond af afstaat afstond
2nd person sing. (u) staat af stond af afstaat afstond
2nd person sing. (gij) staat af stondt af afstaat afstondt
3rd person singular staat af stond af afstaat afstond
plural staan af stonden af afstaan afstonden
subjunctive sing.1 sta af stonde af afsta afstonde
subjunctive plur.1 staan af stonden af afstaan afstonden
imperative sing. sta af
imperative plur.1 staat af
participles afstaand afgestaan
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

Anagrams