afstijgen

Hello, you have come here looking for the meaning of the word afstijgen. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word afstijgen, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say afstijgen in singular and plural. Everything you need to know about the word afstijgen you have here. The definition of the word afstijgen will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofafstijgen, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From af +‎ stijgen.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈɑfˌstɛi̯.ɣə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: af‧stij‧gen

Verb

afstijgen

  1. (intransitive) to get down (especially from horses)

Conjugation

Conjugation of afstijgen (strong class 1, separable)
infinitive afstijgen
past singular steeg af
past participle afgestegen
infinitive afstijgen
gerund afstijgen n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular stijg af steeg af afstijg afsteeg
2nd person sing. (jij) stijgt af, stijg af2 steeg af afstijgt afsteeg
2nd person sing. (u) stijgt af steeg af afstijgt afsteeg
2nd person sing. (gij) stijgt af steegt af afstijgt afsteegt
3rd person singular stijgt af steeg af afstijgt afsteeg
plural stijgen af stegen af afstijgen afstegen
subjunctive sing.1 stijge af stege af afstijge afstege
subjunctive plur.1 stijgen af stegen af afstijgen afstegen
imperative sing. stijg af
imperative plur.1 stijgt af
participles afstijgend afgestegen
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms