grijsrijden

Hello, you have come here looking for the meaning of the word grijsrijden. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word grijsrijden, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say grijsrijden in singular and plural. Everything you need to know about the word grijsrijden you have here. The definition of the word grijsrijden will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofgrijsrijden, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From grijs (gray) +‎ rijden (to drive, to ride), as an analogy to zwartrijden.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Verb

grijsrijden

  1. to use public transport for a farther or more expensive destination than for which one has paid

Conjugation

Conjugation of grijsrijden (strong class 1, slightly irregular, separable)
infinitive grijsrijden
past singular reed grijs
past participle grijsgereden
infinitive grijsrijden
gerund grijsrijden n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular rij grijs, rijd grijs reed grijs grijsrij, grijsrijd grijsreed
2nd person sing. (jij) rijdt grijs, rij grijs2, rijd grijs2 reed grijs grijsrijdt grijsreed
2nd person sing. (u) rijdt grijs reed grijs grijsrijdt grijsreed
2nd person sing. (gij) rijdt grijs reedt grijs grijsrijdt grijsreedt
3rd person singular rijdt grijs reed grijs grijsrijdt grijsreed
plural rijden grijs reden grijs grijsrijden grijsreden
subjunctive sing.1 rijde grijs rede grijs grijsrijde grijsrede
subjunctive plur.1 rijden grijs reden grijs grijsrijden grijsreden
imperative sing. rij grijs, rijd grijs
imperative plur.1 rijdt grijs
participles grijsrijdend grijsgereden
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms