houwdegen

Hello, you have come here looking for the meaning of the word houwdegen. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word houwdegen, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say houwdegen in singular and plural. Everything you need to know about the word houwdegen you have here. The definition of the word houwdegen will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofhouwdegen, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From houwen +‎ degen, calque of German Haudegen. The second sense is probably also borrowed from German.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈɦɑu̯ˌdeː.ɣə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: houw‧de‧gen

Noun

houwdegen m (plural houwdegens, diminutive houwdegentje n)

  1. backsword (early modern sabre)
    • 1722, Nicolaas Heinsius, Den vermakelyken avanturier, 5th edition, volume 1, Antoni Schoonenburg, page 15:
      [] of hy, zynde te gelyk van een geweldigen liefdens-yver, en geen minder verwoedheyd en gramschap aangeprikkelt, begaf zich van de plaats daar hy zich verborgen had, en openende te gelyk de kamerdeur (die ze uyt zekerheyd niet eenmaal gesloten hadden) vloog met een uytstekende geswintheid met een breede ontblootte houwdegen naar het bed, met de welke hy door verscheide sware streken den aandacht van onzen goeden Student niet weynig versteurde, die niet wist wat hy van dit onthaal denken zou, dewyl hy nimmer den Luytenant gezien had.
      (please add an English translation of this quotation)
  2. swashbuckler, basher (eager but sometimes reckless fighter, violent person)