From on- + beschrijven (“to describe”) + -lijk.
Audio: | (file) |
onbeschrijfelijk (comparative onbeschrijfelijker, superlative onbeschrijfelijkst)
Declension of onbeschrijfelijk | ||||
---|---|---|---|---|
uninflected | onbeschrijfelijk | |||
inflected | onbeschrijfelijke | |||
comparative | onbeschrijfelijker | |||
positive | comparative | superlative | ||
predicative/adverbial | onbeschrijfelijk | onbeschrijfelijker | het onbeschrijfelijkst het onbeschrijfelijkste | |
indefinite | m./f. sing. | onbeschrijfelijke | onbeschrijfelijkere | onbeschrijfelijkste |
n. sing. | onbeschrijfelijk | onbeschrijfelijker | onbeschrijfelijkste | |
plural | onbeschrijfelijke | onbeschrijfelijkere | onbeschrijfelijkste | |
definite | onbeschrijfelijke | onbeschrijfelijkere | onbeschrijfelijkste | |
partitive | onbeschrijfelijks | onbeschrijfelijkers | — |