onbewoonbaar

Hello, you have come here looking for the meaning of the word onbewoonbaar. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word onbewoonbaar, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say onbewoonbaar in singular and plural. Everything you need to know about the word onbewoonbaar you have here. The definition of the word onbewoonbaar will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofonbewoonbaar, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From on- +‎ bewoonbaar.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌɔn.bəˈʋoːn.baːr/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: onbe‧woon‧baar

Adjective

onbewoonbaar (comparative onbewoonbaarder, superlative onbewoonbaarst)

  1. uninhabitable
    Antonym: bewoonbaar

Declension

Declension of onbewoonbaar
uninflected onbewoonbaar
inflected onbewoonbare
comparative onbewoonbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial onbewoonbaar onbewoonbaarder het onbewoonbaarst
het onbewoonbaarste
indefinite m./f. sing. onbewoonbare onbewoonbaardere onbewoonbaarste
n. sing. onbewoonbaar onbewoonbaarder onbewoonbaarste
plural onbewoonbare onbewoonbaardere onbewoonbaarste
definite onbewoonbare onbewoonbaardere onbewoonbaarste
partitive onbewoonbaars onbewoonbaarders

Derived terms