opblijven

Hello, you have come here looking for the meaning of the word opblijven. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word opblijven, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say opblijven in singular and plural. Everything you need to know about the word opblijven you have here. The definition of the word opblijven will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofopblijven, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From op +‎ blijven.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈɔp.blɛi̯və(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: op‧blij‧ven

Verb

opblijven

  1. (intransitive) to stay up, to remain awake

Conjugation

Conjugation of opblijven (strong class 1, separable)
infinitive opblijven
past singular bleef op
past participle opgebleven
infinitive opblijven
gerund opblijven n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular blijf op bleef op opblijf opbleef
2nd person sing. (jij) blijft op, blijf op2 bleef op opblijft opbleef
2nd person sing. (u) blijft op bleef op opblijft opbleef
2nd person sing. (gij) blijft op bleeft op opblijft opbleeft
3rd person singular blijft op bleef op opblijft opbleef
plural blijven op bleven op opblijven opbleven
subjunctive sing.1 blijve op bleve op opblijve opbleve
subjunctive plur.1 blijven op bleven op opblijven opbleven
imperative sing. blijf op
imperative plur.1 blijft op
participles opblijvend opgebleven
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Descendants

  • Afrikaans: opbly

Anagrams