opsteken

Hello, you have come here looking for the meaning of the word opsteken. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word opsteken, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say opsteken in singular and plural. Everything you need to know about the word opsteken you have here. The definition of the word opsteken will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofopsteken, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From op +‎ steken.

Pronunciation

  • Audio:(file)
  • Hyphenation: op‧ste‧ken

Verb

opsteken

  1. to learn
    Hij stak niets op van de lessen op school. - He learned nothing from the lesson at school.
  2. to set something on fire, to light
    Ondanks zijn benauwdheid stak hij toch weer een sigaret op. - Despite his anxiety, he lit a cigarette.
  3. to raise an object
  4. (a natural event) to begin to occur

Conjugation

Conjugation of opsteken (strong class 4, separable)
infinitive opsteken
past singular stak op
past participle opgestoken
infinitive opsteken
gerund opsteken n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular steek op stak op opsteek opstak
2nd person sing. (jij) steekt op, steek op2 stak op opsteekt opstak
2nd person sing. (u) steekt op stak op opsteekt opstak
2nd person sing. (gij) steekt op staakt op opsteekt opstaakt
3rd person singular steekt op stak op opsteekt opstak
plural steken op staken op opsteken opstaken
subjunctive sing.1 steke op stake op opsteke opstake
subjunctive plur.1 steken op staken op opsteken opstaken
imperative sing. steek op
imperative plur.1 steekt op
participles opstekend opgestoken
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Descendants

  • Negerhollands: stek op