rijksgenoot

Hello, you have come here looking for the meaning of the word rijksgenoot. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word rijksgenoot, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say rijksgenoot in singular and plural. Everything you need to know about the word rijksgenoot you have here. The definition of the word rijksgenoot will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofrijksgenoot, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

Compound of rijk +‎ -s- +‎ genoot.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Noun

rijksgenoot m or f (plural rijksgenoten)

  1. (dated in the Netherlands and the Antilles, historical in Suriname) a fellow Dutch citizen native to another constituent country of the Kingdom of the Netherlands, (dated, Netherlands) a Caribbean Dutch citizen
    • 1969 November 22, “Een sterk argument [A strong argument]”, in Trouw, page 3:
      (...) hoe dierbaarder er gedaan wordt over de Koninkrijksband en onze verbondenheid met de rijksgenoten overzee, des te geringer blijkt men rekening te houden met de gevoelens in de West wanneer het gaat om publiekelijk stelling te nemen tegen rassen discriminatie [sic] bedrijvende, door blanken beheerste landen.
      The more fondly people talk about the Kingdom bond and our solidarity with our fellow citizens overseas, the less they seem to take into account sentiments in the West Indies when it comes to taking a public stand against racially discriminating white-dominated countries.
    • 2017 September 6, Nadia Ezzeroili, “Hoe de Bijlmer de Bijlmer werd: het verhaal van de voormalige Gliphoeve-bewoners [How De Bijlmer became De Bijlmer: the story of the former Gliphoeve residents]”, in De Volkskrant, retrieved 22 November 2022:
      De kraakactie, een van de eerste uitingen van zwart activisme in Nederland, was volgens de krakers nodig omdat de overheid zich te weinig bekommerde om het lot van duizenden Surinamers die als Rijksgenoten naar Nederland emigreerden.
      The squatting action, one of the first manifestations of black activism in the Netherlands, was necessary, according to the squatters, because the government did not concern itself enough with the fate of thousands of Surinamese people who emigrated to the Netherlands as Dutch citizens.
    • 2016 November 25, Roel Metz, “Etnisch profileren, ik doe het dagelijks [Ethnic profiling? I do so on a daily basis]”, in NRC Handelsblad, retrieved 18 January 2021:
      Ik snap nu dat een bevel uit de mond van een ex-rijksgenoot-van-Afrikaanse origine (sorry dat ik dit zo cru opschrijf) hetzelfde is als een verzoek.
      I now know that an order coming from a former overseas fellow citizen of African origin (sorry to write it so bluntly) is the same as a request.
  2. (historical, Netherlands) a subject of the Dutch colonial empire; a non-ethnic Dutch inhabitant of Dutch overseas territories
    • 1937 December 28, “Dr. M. van Blankenstein: Nederlandse solidariteit [Dr. M. van Blankenstein: Dutch solidarity]”, in Het volksdagblad : dagblad voor Nederland, page 3:
      Onderdanen van het Nederlandse Rijk van alle rassen hebben zich verenigd om rijksgenoten van Chinese stam onder ons, in hun streven hun stamgenoten in China menslievende hulp te brengen, te ondersteunen.
      Subjects of the Dutch Empire of all races have united to support co-denizens of Chinese extraction among us in their efforts to bring humanitarian aid to their kinsmen in China.
    • 1942 February 2, “INDIE'S POSITIE IN DEN PACIFIC. Dr. H. J. van Mook voor de radio. [The position of the Dutch East Indies in the Pacific. Dr. H.J. Van Mook on the radio.]”, in De Indische courant, page 9:
      Terwijl gij, landgenooten in Nederland, zonder twijfel den gang der gebeurtenissen met toegewijde spanning volgt en uw verzet tegen den overheerscher gesterkt ziet door de houding van uw land- en rijksgenooten in het Verre Oosten, rust op ons, burgers en soldaten van Nederlandsch-Indië, de plicht om in de voorhoede te staan, en zoo noodig te vallen.
      While you, fellow countrymen in the Netherlands, undoubtedly follow the course of events with dedicated tension and see your resistance to the oppressor strengthened by the attitude of your compatriots and co-denizens in the Far East, it is our duty, as civilians and soldiers of the Dutch East Indies, to be in the vanguard and, if necessary, to die in battle.
  3. (archaic) someone from the same realm, fellow countryman, compatriot
  4. (obsolete term) coruler, coregent, joint ruler
    • 1780, William Robertson, Geschiedenis van oud Griekenland [History of Ancient Greece], page 39:
      AMPHION, een Man zijnde van eenen zeer minzaamen aart en bij uitſtek welſpreekend, haalde de Thebaaners over om vrijwillig hem en zijnen Rijksgenoot in de Koninglijke waardigheid te bevestigen, en teffens kragtdaadiger maatregels te neemen tot verdeediging van hunne Stad.
      Amphion, a man of a very affable nature and eminently eloquent, persuaded the Thebanites to voluntarily confirm him and his coruler to royal dignity, and also to take more vigorous measures to defend their city.

Usage notes

In its (post-)colonial sense, used in juxtaposition to landgenoot (compatriot, someone of the same ethnicity).