teruglezen

Hello, you have come here looking for the meaning of the word teruglezen. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word teruglezen, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say teruglezen in singular and plural. Everything you need to know about the word teruglezen you have here. The definition of the word teruglezen will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofteruglezen, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From terug (“back”) +‎ lezen (“to read”).

Pronunciation

  • Audio:(file)

Verb

teruglezen

  1. (transitive) to re-read

Conjugation

Conjugation of teruglezen (strong class 5, separable)
infinitive teruglezen
past singular las terug
past participle teruggelezen
infinitive teruglezen
gerund teruglezen n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular lees terug las terug teruglees teruglas
2nd person sing. (jij) leest terug, lees terug2 las terug terugleest teruglas
2nd person sing. (u) leest terug las terug terugleest teruglas
2nd person sing. (gij) leest terug laast terug terugleest teruglaast
3rd person singular leest terug las terug terugleest teruglas
plural lezen terug lazen terug teruglezen teruglazen
subjunctive sing.1 leze terug laze terug terugleze teruglaze
subjunctive plur.1 lezen terug lazen terug teruglezen teruglazen
imperative sing. lees terug
imperative plur.1 leest terug
participles teruglezend teruggelezen
1) Archaic. 2) In case of inversion.
Wikious
Boobota
Sagapedia