uitstorten

Hello, you have come here looking for the meaning of the word uitstorten. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word uitstorten, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say uitstorten in singular and plural. Everything you need to know about the word uitstorten you have here. The definition of the word uitstorten will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofuitstorten, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From uit +‎ storten.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Verb

uitstorten

  1. to pour out, to effuse
  2. (figuratively) to confess, to make known

Conjugation

Conjugation of uitstorten (weak, separable)
infinitive uitstorten
past singular stortte uit
past participle uitgestort
infinitive uitstorten
gerund uitstorten n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular stort uit stortte uit uitstort uitstortte
2nd person sing. (jij) stort uit stortte uit uitstort uitstortte
2nd person sing. (u) stort uit stortte uit uitstort uitstortte
2nd person sing. (gij) stort uit stortte uit uitstort uitstortte
3rd person singular stort uit stortte uit uitstort uitstortte
plural storten uit stortten uit uitstorten uitstortten
subjunctive sing.1 storte uit stortte uit uitstorte uitstortte
subjunctive plur.1 storten uit stortten uit uitstorten uitstortten
imperative sing. stort uit
imperative plur.1 stort uit
participles uitstortend uitgestort
1) Archaic.

Descendants

  • Negerhollands: stort ut

Anagrams