uitwerken

Hello, you have come here looking for the meaning of the word uitwerken. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word uitwerken, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say uitwerken in singular and plural. Everything you need to know about the word uitwerken you have here. The definition of the word uitwerken will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofuitwerken, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From uit (“out”) +‎ werken (“to work”).

Pronunciation

  • Audio:(file)

Verb

uitwerken

  1. to effect, put in place
  2. to elaborate, expand

Conjugation

Conjugation of uitwerken (weak, separable)
infinitive uitwerken
past singular werkte uit
past participle uitgewerkt
infinitive uitwerken
gerund uitwerken n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular werk uit werkte uit uitwerk uitwerkte
2nd person sing. (jij) werkt uit, werk uit2 werkte uit uitwerkt uitwerkte
2nd person sing. (u) werkt uit werkte uit uitwerkt uitwerkte
2nd person sing. (gij) werkt uit werkte uit uitwerkt uitwerkte
3rd person singular werkt uit werkte uit uitwerkt uitwerkte
plural werken uit werkten uit uitwerken uitwerkten
subjunctive sing.1 werke uit werkte uit uitwerke uitwerkte
subjunctive plur.1 werken uit werkten uit uitwerken uitwerkten
imperative sing. werk uit
imperative plur.1 werkt uit
participles uitwerkend uitgewerkt
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Anagrams

Wikious
Boobota
Sagapedia