From vergelijken + -baar.
vergelijkbaar (comparative vergelijkbaarder, superlative vergelijkbaarst)
Declension of vergelijkbaar | ||||
---|---|---|---|---|
uninflected | vergelijkbaar | |||
inflected | vergelijkbare | |||
comparative | vergelijkbaarder | |||
positive | comparative | superlative | ||
predicative/adverbial | vergelijkbaar | vergelijkbaarder | het vergelijkbaarst het vergelijkbaarste | |
indefinite | m./f. sing. | vergelijkbare | vergelijkbaardere | vergelijkbaarste |
n. sing. | vergelijkbaar | vergelijkbaarder | vergelijkbaarste | |
plural | vergelijkbare | vergelijkbaardere | vergelijkbaarste | |
definite | vergelijkbare | vergelijkbaardere | vergelijkbaarste | |
partitive | vergelijkbaars | vergelijkbaarders | — |