verlopen

From Middle Dutch verlôpen. Equivalent to ver- +‎ lopen.

• IPA^(key): /vərˈloː.pə(n)/, /vɛrˈloː.pə(n)/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: ver‧lo‧pen
• Rhymes: -oːpən

verlopen

1. (intransitive) to proceed, to go by

   De vergadering verliep voorspoedig en we waren op tijd klaar ― The meeting went smoothly and we finished on time

2. (intransitive) to expire, to become invalid

   Mijn paspoort verloopt volgende maand, dus ik moet snel een nieuwe aanvragen ― My passport expires next month, so I need to apply for a new one quickly

3. (intransitive, of colors) to fade
4. (intransitive, of clocks) to go fast/slow, to go out of pace

   Klokken van standaard computersystemen verlopen wel 2 seconden per 6 tot 7 minuten.

   Standard computer system clocks can be up to two seconds off per six to seven minutes.

• Afrikaans: verloop
• Negerhollands: verloop

verlopen

1. past participle of verlopen