weglaten

Hello, you have come here looking for the meaning of the word weglaten. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word weglaten, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say weglaten in singular and plural. Everything you need to know about the word weglaten you have here. The definition of the word weglaten will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofweglaten, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From weg +‎ laten.

Pronunciation

  • Audio:(file)

Verb

weglaten

  1. to omit
    In het verslag hebben ze bepaalde details weggelaten om de privacy van de betrokkenen te beschermen.
    In the report, they omitted certain details to protect the privacy of those involved.
    De spreker moest zijn presentatie inkorten en heeft enkele slides weggelaten.
    The speaker had to shorten his presentation and left out some slides.
    Het artikel werd bewerkt en sommige passages werden uit het definitieve stuk weggelaten.
    The article was edited, and some passages were omitted from the final piece.
    Bij het opstellen van de samenvatting hebben we de minder relevante informatie weggelaten.
    When preparing the summary, we left out the less relevant information.
    Om de tekst beknopter te maken, besloot de auteur een aantal herhalingen weg te laten.
    To make the text more concise, the author decided to omit some repetitions.
    De toespraak werd bewerkt om controversiële uitspraken te weglaten.
    The speech was edited to omit controversial statements.

Conjugation

Conjugation of weglaten (strong class 7, separable)
infinitive weglaten
past singular liet weg
past participle weggelaten
infinitive weglaten
gerund weglaten n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular laat weg liet weg weglaat wegliet
2nd person sing. (jij) laat weg liet weg weglaat wegliet
2nd person sing. (u) laat weg liet weg weglaat wegliet
2nd person sing. (gij) laat weg liet weg weglaat wegliet
3rd person singular laat weg liet weg weglaat wegliet
plural laten weg lieten weg weglaten weglieten
subjunctive sing.1 late weg liete weg weglate wegliete
subjunctive plur.1 laten weg lieten weg weglaten weglieten
imperative sing. laat weg
imperative plur.1 laat weg
participles weglatend weggelaten
1) Archaic.

Anagrams