zegevieren

Hello, you have come here looking for the meaning of the word zegevieren. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word zegevieren, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say zegevieren in singular and plural. Everything you need to know about the word zegevieren you have here. The definition of the word zegevieren will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofzegevieren, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

Compound of zege +‎ vieren.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈzeːɣəˌvirə(n)/, ,
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: ze‧ge‧vie‧ren

Verb

zegevieren

  1. (intransitive) to triumph

Conjugation

Conjugation of zegevieren (weak)
infinitive zegevieren
past singular zegevierde
past participle gezegevierd
infinitive zegevieren
gerund zegevieren n
present tense past tense
1st person singular zegevier zegevierde
2nd person sing. (jij) zegeviert, zegevier2 zegevierde
2nd person sing. (u) zegeviert zegevierde
2nd person sing. (gij) zegeviert zegevierde
3rd person singular zegeviert zegevierde
plural zegevieren zegevierden
subjunctive sing.1 zegeviere zegevierde
subjunctive plur.1 zegevieren zegevierden
imperative sing. zegevier
imperative plur.1 zegeviert
participles zegevierend gezegevierd
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

Descendants

  • Afrikaans: seëvier