cortijo \Prononciation ?\ masculin
De ses vacances familiales dans le cortijo de ses oncles andalous, elle a conservé le souvenir des chevaux dont elle était entourée, un animal noble, gracieux, omniprésent sur les toiles qu’elle présente actuellement dans la salle Ugolin.— (« Les œuvres de Marie-Rose Borrego offrent un festival de couleurs », dans Midi Libre, 26 juillet 2021 )
cortijo \Prononciation ?\ neutre
Het is ruim twee jaar geleden dat William de Louw en Ron Bender hun woonplaats Zeeland verruilden voor Fuente-Tójar in Spanje om hun droom na te jagen: in het buitenland wonen en werken. Ze vonden in Andalusië een prachtige cortijo, dat is Spaans voor boerderij.— (« Zeelands koppel maakt met Cortijo La Cubertilla droom waar in Spanje », dans Arenalokaal.nl, 6 aout 2021 )
Nu runnen ze deze schat van een cortijo met elf verschillende kamers, allemaal verdeeld over deze enorme herenboerderij met kapel aan.— (« Slapen tussen de olijfboomgaarden in de mooiste cortijo van Zuid-Spanje », dans De Morgen )