bruisten (hulp, bestand) bruis·ten bruisten meervoud verleden tijd van bruisen Wij bruisten. Jullie bruisten. Zij bruisten. Het woord bruisten staat...
Geluid: bruisten uit (hulp, bestand) bruis·ten uit uit bruisten (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan bruisten (...) uit meervoud...
woorden staan bruisten (…) op meervoud verleden tijd van opbruisen Wij bruisten op. Jullie bruisten op. Zij bruisten op. Het woord bruisten op staat in...
Geluid: bruiste op (hulp, bestand) bruis·te op uit bruiste (werkwoord) en op, hiertussen kunnen nog andere woorden staan bruiste op enkelvoud verleden...
Geluid: bruist (hulp, bestand) bruist bruist tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bruisen Jij bruist. derde persoon enkelvoud tegenwoordige...
Geluid: bruiste uit (hulp, bestand) bruis·te uit uit bruiste (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan bruiste (...) uit enkelvoud...
Geluid: bruiste (hulp, bestand) bruis·te bruiste enkelvoud verleden tijd van bruisen Ik bruiste. Jij bruiste. Hij, zij, het bruiste. ▸ Terwijl het...
Geluid: bruist op (hulp, bestand) IPA: / ˈbrœyst ˈɔp / (2 lettergrepen) bruist op uit bruist (werkwoord) en op (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere...
Geluid: bruist uit (hulp, bestand) bruist uit uit bruist (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan bruist (...) uit tweede persoon...
Geluid: gebruist (hulp, bestand) ge·bruist vervoeging van bruisen: de stam met omvoegsel ge- -t gebruist voltooid deelwoord van bruisen Het woord gebruist...