Glooschderfraa

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Glooschderfraa. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Glooschderfraa, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Glooschderfraa in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Glooschderfraa is hier. De definitie van het woord Glooschderfraa zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanGlooschderfraa, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • Gloosch·der·fraa
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Glooschderfraa die Glooschderfraa Glooschderweiwer die Glooschderweiwer
datief re Glooschderfraa der Glooschderfraa Glooschderweiwer de Glooschderweiwer
accusatief en Glooschderfraa die Glooschderfraa Glooschderweiwer die Glooschderweiwer

Glooschderfraa, v

  1. kloosterlinge, kloosterzuster, non, religieuze
    «Sankt Gertrude vun Nivelles (628 – 17. Matz 659) waar en Glooschderfraa un hen ee paar Wunner geduh.»
    Sint-Gertrudis van Nijvel (628 – 17 maart 659) was een non en verrichtte enkele wonderen.
  • Zie Wikipedia voor meer informatie. (in het Pennsylvania-Duits)