Herr

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Herr. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Herr, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Herr in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Herr is hier. De definitie van het woord Herr zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanHerr, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • Herr
enkelvoud meervoud
nominatief der Herr die Herren
genitief des Herren
des Herrn
der Herren
datief dem Herren
dem Herrn
den Herren
accusatief den Herren
den Herrn
die Herren

Herr m

  1. heer
    «Der Papst ist Herr von Rom»
    De paus is heer van Rome.
  2. mijnheer, de heer (beleefde aanspreekvorm voor of aanduiding van een man)
    «Sind Sie Herr Braun?»
    Bent u de heer Braun?
  3. (religie) Heer, God
    «Der Herr hat gegeben, der Herr hat genommen, der Name des Herrn sei gepriesen.»
    De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen, de naam van de Heer zij geprezen.
    (Bijbel. Job 1:21)