10 Resultaten gevonden voor "Knoors".

knor

Geluid:  knor    (hulp, bestand) knor knor eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knorren Ik knor.  gebiedende wijs van knorren Knor!  (bij inversie)...


knorpotje

Geluid:  knorpotje    (hulp, bestand) knor·pot·je het knorpotje o verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord knorpot...


knorpotjes

Geluid:  knorpotjes    (hulp, bestand) knor·pot·jes de knorpotjes mv verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord knorpot...


beknorrend

Geluid:  beknorrend    (hulp, bestand) be·knor·rend beknorrend onvoltooid deelwoord van beknorren Het woord beknorrend staat in de Woordenlijst Nederlandse...


knorrends

Geluid:  knorrends    (hulp, bestand) knor·rends knorrends partitief van de stellende trap van knorrend Dat is iets knorrends...  Het woord knorrends staat...


knorrigst

Geluid:  knorrigst    (hulp, bestand) knor·rigst knorrigst onverbogen vorm van de overtreffende trap van knorrig Het woord knorrigst staat in de Woordenlijst...


knorrigs

Geluid:  knorrigs    (hulp, bestand) knor·rigs knorrigs partitief van de stellende trap van knorrig Dat is iets knorrigs...  Het woord knorrigs staat in...


knorven

Geluid:  knorven    (hulp, bestand) knor·ven de knorven mv meervoud van het zelfstandig naamwoord knorf Het woord knorven staat in de Woordenlijst Nederlandse...


knorde

Geluid:  knorde    (hulp, bestand) knor·de knorde enkelvoud verleden tijd van knorren Ik knorde.  Jij knorde.  Hij, zij, het knorde.  Het woord knorde...


knorrigers

Geluid:  knorrigers    (hulp, bestand) knor·ri·gers knorrigers partitief van de vergrotende trap van knorrig Dat is iets knorrigers...  Het woord knorrigers...