achtervoegsel -der de luider m iemand die luidt klokkenluider, klokluider luider onverbogen vorm van de vergrotende trap van luid Het woord luider staat in de Woordenlijst...
Geluid: luiders (hulp, bestand) lui·ders luiders partitief van de vergrotende trap van luid Dat is iets luiders... Het woord luiders staat in de Woordenlijst...
Geluid: luidere (hulp, bestand) lui·de·re luidere verbogen vorm van de vergrotende trap van luid Het woord luidere staat in de Woordenlijst Nederlandse...
Geluid: luidertje (hulp, bestand) lui·der·tje het luidertje o verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord luider...
Geluid: luidertjes (hulp, bestand) lui·der·tjes de luidertjes mv verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord luider...
toenemen overgankelijk groter maken, doen toenemen onovergankelijk (van muziek e.d.) aanzwellen, luider worden onovergankelijk uitsteken [1] swell up...
het eerst aangetroffen in 1772 van Italiaans crescendo (muziek) steeds luider klinkend Deze passage moet crescendo worden gespeeld om zo het naderend...
het laatste gezang in een muziekstuk; ▸ De muziek in Quispel werd luider en luider. Het allegro eindigde in een slotzang voor koren en solostemmen, misschien...
lui·en luien luiden het verplaatsen (ophijsen) van zaken in molens gelui, luider, luier, luitouw, luiwagen, luiwerk Het woord luien staat in de Woordenlijst...
manier van doen ▸ Hij denkt dat de oproep tot burgerlijke ongehoorzaamheid luider is dan ooit. "De antipolitieke gevoelens zijn er niet minder om geworden...