West-Fries

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord West-Fries. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord West-Fries, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je West-Fries in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord West-Fries is hier. De definitie van het woord West-Fries zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanWest-Fries, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • West-Fries
  • Dit woord kan op twee manieren verwarring wekken.
  1. Internationaal worden het Nederlandse Friesland en Fries soms beschreven als "West-Friesland" en "West-Fries" als tegenhanger van het Duitse "Ostfriesland" en "Ostfrisisch".
  2. Binnen Nederland zouden "West-Friesland" en "West-Fries" ook betrekking kunnen hebben op het westen van de provincie Friesland, maar ze zijn in die betekenis niet gangbaar.
enkelvoud meervoud
naamwoord West-Fries
verkleinwoord
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord West-Fries - -
verkleinwoord - - -

het West-Frieso

  1. geen meervoud (taal) benaming voor de streektalen gesproken in het noorden van Noord-Holland
    Het gaat om Hollands dat sterk is beïnvloed door het Fries.
     Gloimen is West-Fries voor glimlachen, binnenpretjes hebben.[3]
enkelvoud meervoud
naamwoord West-Fries West-Friezen
verkleinwoord

de West-Friesm

  1. (demoniem) iemand die in West-Friesland woont of daaruit afkomstig is
     Met een wollen deken over zijn magere schouders en een warme kop thee in zijn handen zegt deze nuchtere West-Fries: „Zolang de dood er is, moet je vrezen voor je leven!”[4]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen West-Fries West-Frieser West-Friest
verbogen West-Friese West-Friesere West-Frieste
partitief West-Fries West-Friesers -

West-Fries

  1. (demoniem) verwant aan of met betrekking tot de de streek West-Friesland
     Peerdeman: „De West-Friese cultuur is er één van hard werken en niet zeuren. Over gevoelens en problemen wordt gezwegen.”[5]
  2. behorend tot of betrekking hebbend op de West-Friese taal
     Hij spreekt Nederlands zoals hij het ooit leerde, met een West-Fries accent.[6]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 14 mei 2022 Weblink bron “Westfriesland / West-Friesland” (25 februari 2013) op onzetaal
  3. Bronlink geraadpleegd op 14 mei 2022 Weblink bron
    Ad Nuis & Arthur van den Boogaard
    “Na 54 jaar weer gloimen op de foto” (22 mei 2017) op nrc.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 14 mei 2022 Weblink bron
    Herbert Blankesteijn
    “Nuchter” (21 februari 2014) op nrc.nl op Wikipedia
  5. Bronlink geraadpleegd op 14 mei 2022 Weblink bron
    Julie Wevers
    “Paniek in West-Friesland” (24 september 2010) op nrc.nl op Wikipedia
  6. Bronlink geraadpleegd op 14 mei 2022 Weblink bron
    Rinskje Koelewijn
    “‘Twee of meer talen leren? Je kind kan het’” (16 november 2017) op nrc.nl op Wikipedia