Een of meer letters (of vergelijkbare tekens) kunnen behalve een woord ook een gestandaardiseerde betekenis hebben als symbool.
Karakteristiek voor een symbool is dat het niet de regels van een bepaalde woordsoort volgt. Hoewel symbolen historisch wel als afkortingen kunnen zijn ontstaan, is dat het voor hun functioneren niet van belang: ze hebben een officieel vastgestelde betekenis en worden in de spreektaal weergegeven met de uitspraak van een ander woord. Voorbeelden van symbolen zijn N voor stikstof of € voor euro.
Veel symbolen zijn internationaal gestandaardiseerd. Om te voorkomen dat ze voor elke taal apart worden herhaald, beschrijft WikiWoordenboek beschrijft dit soort symbolen in een sectie Universeel taalgebruik die helemaal bovenaan een pagina staat, zelfs nog boven het Nederlands.