Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Zwarte Piet. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Zwarte Piet, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Zwarte Piet in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Zwarte Piet is hier. De definitie van het woord Zwarte Piet zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanZwarte Piet, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
De huidige benaming voor de zwarte knecht van Sint Nikolaas dateert van ca. 1859. [1]. Waarschijnlijk oorspronkelijk als verwijzing naar de duivel.
Met de bijnaam "Zwarte Piet", d.w.z. het negatieve spiegelbeeld van de heilige Petrus, werd oorspronkelijk de duivel bedoeld, zie vindplaats hieronder.
▸Daarenboven is de wijs, waarop over deze overleveringen gesproken wordt, dikwerf hoogst ongepast, moet voor hen, die in de begrippen der Roomsche Kerk zijn opgevoed, het boek onbruikbaar maken, en kan aan welgezinde Protestanten geen genoegen geven. Wij zwijgen van platte uitdrukkingen, zoo als de woorden Joost, zwarte Piet, oude leepert enz. Zoo men behoedzaam schrijven moet, het is vooral, wanneer men voor de jeugd schrijft.[3]
▸In Holland heet hij den Ouwe, Jochem, Joost, Zwarte Piet, Pieterman, de Hamer (Malleus), Meester Jan, Ham, Hansmichel, Oom Hein, Harpij, Jori op stellen, Molik, Bullebak, Boller of Boldergeest, St. Velten enz.[4]
Een Reisje van elf weken en vijf dagen van Aleppo naar Jeruzalem, enz.; door H. Maundrell. Op nieuw bewerkt en met ophelderende Aanmerkingen vermeerderd door J.A. Oostkamp. Met Platen. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1831. In gr. 8vo. VIII en 353 bl. f 3-60. in: Vaderlandsche Letteroefeningen. (1833), G.S. Leeneman van der Kroe en J.W. IJntema, Amsterdam, p. 655 op dbnl.org