vervoeging van de bedrijvende vorm van aanwerven | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | aanwerven | aan te werven | ||||||||
toekomend | zullen aanwerven aan zullen werven |
te zullen aanwerven aan te zullen werven | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben aangeworven | te hebben aangeworven | ||||||||
toekomend | aangeworven zullen hebben | aangeworven te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
aanwervend | aangeworven | ev. werf aan |
mv. verouderd werft aan |
werve aan (bijzin) aanwerve | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | werf aan | werft aan | werft aan | werft aan | werft aan | werven aan | werven aan | werven aan | |||
verleden (o.v.t.) | wierf aan | wierf aan | wierf aan | wierft aan | wierf aan | wierven aan | wierven aan | wierven aan | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aanwerven | zult/zal aanwerven | zult/zal aanwerven | zult aanwerven | zal aanwerven | zullen aanwerven | zullen aanwerven | zullen aanwerven | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aanwerven | zou aanwerven | zou(dt) aanwerven | zoudt aanwerven | zou aanwerven | zouden aanwerven | zouden aanwerven | zouden aanwerven | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | aanwerf | aanwerft | aanwerft | aanwerft | aanwerft | aanwerven | aanwerven | aanwerven | |||
verleden (o.v.t.) | aanwierf | aanwierf | aanwierf | aanwierft | aanwierf | aanwierven | aanwierven | aanwierven | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aanwerven aan zal werven |
zult/zal aanwerven aan zult/zal werven |
zult/zal aanwerven aan zult/zal werven |
zult aanwerven aan zult werven |
zal aanwerven aan zal werven |
zullen aanwerven aan zullen werven |
zullen aanwerven aan zullen werven |
zullen aanwerven aan zullen werven | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aanwerven aan zou werven |
zou aanwerven aan zou werven |
zou(dt) aanwerven aan zou(dt) werven |
zoudt aanwerven aan zoudt werven |
zou aanwerven aan zou werven |
zouden aanwerven aan zouden werven |
zouden aanwerven aan zouden werven |
zouden aanwerven aan zouden werven | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb aangeworven | hebt aangeworven | hebt/heeft aangeworven | hebt aangeworven | heeft aangeworven | hebben aangeworven | hebben aangeworven | hebben aangeworven | |||
verleden (v.v.t.) | had aangeworven | had aangeworven | had aangeworven | hadt aangeworven | had aangeworven | hadden aangeworven | hadden aangeworven | hadden aangeworven | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal aangeworven hebben | zal/zult aangeworven hebben | zult/zal aangeworven hebben | zult aangeworven hebben | zal aangeworven hebben | zullen aangeworven hebben | zullen aangeworven hebben | zullen aangeworven hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou aangeworven hebben | zou aangeworven hebben | zou/zoudt aangeworven hebben | zoudt aangeworven hebben | zou aangeworven hebben | zouden aangeworven hebben | zouden aangeworven hebben | zouden aangeworven hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm aangeworven worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt aangeworven | er is aangeworven | |||||||||
verleden | er werd aangeworven | er was aangeworven | |||||||||
toekomend | er zal aangeworven worden | er zal aangeworven zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou aangeworven worden | er zou aangeworven zijn | |||||||||
lijdende vorm aangeworven worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | aangeworven worden | aangeworven te worden | ||||||||
toekomend | aangeworven zullen worden | aangeworven te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | aangeworven zijn | aangeworven te zijn | ||||||||
toekomend | aangeworven zullen zijn | aangeworven te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word aangeworven | wordt aangeworven | wordt aangeworven | wordt aangeworven | wordt aangeworven | worden aangeworven | worden aangeworven | worden aangeworven | |||
verleden (o.v.t.) | werd aangeworven | werd aangeworven | werd aangeworven | werdt aangeworven | werd aangeworven | werden aangeworven | werden aangeworven | werden aangeworven | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aangeworven worden | zult aangeworven worden | zult aangeworven worden | zult aangeworven worden | zal aangeworven worden | zullen aangeworven worden | zullen aangeworven worden | zullen aangeworven worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aangeworven worden | zou aangeworven worden | zou/zoudt aangeworven worden | zoudt aangeworven worden | zou aangeworven worden | zouden aangeworven worden | zouden aangeworven worden | zouden aangeworven worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben aangeworven | bent aangeworven | bent/is aangeworven | zijt aangeworven | is aangeworven | zijn aangeworven | zijn aangeworven | zijn aangeworven | |||
verleden (v.v.t.) | was aangeworven | was aangeworven | was aangeworven | waart aangeworven | was aangeworven | waren aangeworven | waren aangeworven | waren aangeworven | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal aangeworven zijn | zult aangeworven zijn | zult aangeworven zijn | zult aangeworven zijn | zal aangeworven zijn | zullen aangeworven zijn | zullen aangeworven zijn | zullen aangeworven zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou aangeworven zijn | zou aangeworven zijn | zou/zoudt aangeworven zijn | zoudt aangeworven zijn | zou aangeworven zijn | zouden aangeworven zijn | zouden aangeworven zijn | zouden aangeworven zijn |