aarzelden

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aarzelden. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aarzelden, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aarzelden in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aarzelden is hier. De definitie van het woord aarzelden zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaarzelden, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • aar·zel·den
vervoeging van
aarzelen

aarzelden

  1. meervoud verleden tijd van aarzelen
    • Wij aarzelden. 
    • Jullie aarzelden. 
    • Zij aarzelden. 
     De automobilisten erachter reageerden verward en toeterden, aarzelden om een ziekenwagen te passeren.[1]
     ' 'Wat een afschuwelijke situatie voor ze!' 'Ze aarzelden.[2]


  1. “De schreeuw van het lam” (1994), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 902451990X
  2. Victoria Holt
    “Vlucht van de zeve zwaluwen” (1992), Saga, ISBN 9788726484892