Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
aarzelend. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
aarzelend, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
aarzelend in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
aarzelend is hier. De definitie van het woord
aarzelend zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
aarzelend, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
aarzelend
- onvoltooid deelwoord van aarzelen
aarzelend
- met twijfel en onzekerheid
- Twee maanden later stond de ploeg, met ook nog de tot Nederlander genaturaliseerde Belg Bram Louwije tussen de wereldtop. Een beetje aarzelend nog, dat wel. "Die Chinezen zijn echt kneitergoed", vond Schmidt. "Ik was niet heel zenuwachtig, dacht ik. Tot we de arena inliepen." [1]
- Ford, zei Fox-commentator Britt Hume, kwam over als authentiek. Breekbaar, aarzelend, onwennig en juist daarom geloofwaardig, in zijn ogen. En niet alleen in de zijne - de tweede man van de Republikeinen in de Senaat, John Cornyn, trok dezelfde conclusie. Hij zag geen reden om Ford níet geloofwaardig te vinden, zei hij direct na de zitting. [2]
- ▸ ' Ik zapte de eindeloze reeks tv-programma's langs, geen van alle bijzonder boeiend, tot ik Davis en aarzelend - hoorde aankloppen.[3]
- ▸ Hij bleef even aarzelend bij de auto staan.[4]
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[5]
|