abound

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord abound. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord abound, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je abound in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord abound is hier. De definitie van het woord abound zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanabound, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • Bekend sinds begin 14e eeuw. Via Oudfrans abonder afkomstig van het Latijnse werkwoord abundare "(= voor het oprapen liggen)" met het voorvoegsel ab-.[1]
vervoeging
onbepaalde wijs to  abound 
he/she/it  abounds 
verleden tijd  abounded 
voltooid
deelwoord
 abounded 
onvoltooid
deelwoord
 abounding 
gebiedende wijs  abound 

abound

  1. onovergankelijk in overvloed aanwezig zijn
  2. onovergankelijk overvloedig zijn, wemelen van
  1. abound, Online Etymology Dictionary