afdekzeil

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afdekzeil. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afdekzeil, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afdekzeil in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afdekzeil is hier. De definitie van het woord afdekzeil zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafdekzeil, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
links blauw afdekzeil met metalen ogen
  • af·dek·zeil
enkelvoud meervoud
naamwoord afdekzeil afdekzeilen
verkleinwoord

het afdekzeilo

  1. doek waarmee men lading kan beschermen tegen weer en wind, vaak met metalen ogen aan de rand om het vast te kunnen sjorren
    • Bij de woning aan de Wikkeweg stond onder een afdekzeil een grote stapel dozen met vuurwerk. In een schuur trof de politie nog eens vijfhonderd kilo knallers aan. Het vuurwerk is in beslag genomen.[1] 
    • Het grootste deel van de diefstallen wordt gepleegd door 'zeilsnijders': criminelen die het afdekzeil kapotsnijden waardoor ze de lading kunnen zien en wegroven als die waardevol is. Het gemiddelde schadebedrag bij een ladingdiefstal is 100.000 euro. Daar komt dan de bedrijfs- en vervolgschade voor transportbedrijven nog bij.[2] 
  2. doek waarmee men een open boot kan afdekken
    • Bij de nieuwbouw van een sloep of tender vormen de buiskap en het afdekzeil vaak een sluitpost. En met dekzeil bedoelen we het zeil dat u elke keer na het varen over de boot spant.[3] 
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]
  1. de Telegraaf 31 dec. 2014
  2. de Telegraaf 02 mei 2014
  3. de Telegraaf 31 dec. 2014
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be