10 Resultaten gevonden voor "afregelen/vervoeging".

afregelen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van afregelen onbepaalde wijs kort lang onvoltooid tegenwoordig afregelen af te regelen toekomend zullen afregelen...


afregelend

Geluid:  afregelend    (hulp, bestand) af·re·ge·lend afregelend onvoltooid deelwoord van afregelen Het woord afregelend staat in de Woordenlijst Nederlandse...


afregelende

 afregelende    (hulp, bestand) af·re·ge·len·de afregelende verbogen vorm van afregelend, het onvoltooid deelwoord van afregelen Het woord afregelende...


afregel

Geluid:  afregel    (hulp, bestand) af·re·gel afregel (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afregelen ... dat ik afregel.  Het...


afgeregeld

vervoeging van afregelen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van  af bw  en  geregeld ww  afgeregeld voltooid deelwoord van afregelen...


regel af

tijd van afregelen Ik regel af.  gebiedende wijs van afregelen Regel af!  (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afregelen Regel...


regelt af

afregelen Jij regelt af.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afregelen Hij regelt af.  (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afregelen...


afregelt

tegenwoordige tijd van afregelen ... dat jij afregelt.  (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afregelen ... dat hij afregelt. ...


afgeregelde

af·ge·re·gel·de afgeregelde verbogen vorm van afgeregeld, voltooid deelwoord van afregelen Het woord 'afgeregelde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal...


afregelde

bestand) af·re·gel·de afregelde (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afregelen ... dat ik afregelde.  ... dat jij afregelde.  ... dat hij, zij, het afregelde...