vervoeging van de bedrijvende vorm van alkyleren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | alkyleren | te alkyleren | ||||||
toekomend | zullen alkyleren | te zullen alkyleren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gealkyleerd | te hebben gealkyleerd | ||||||
toekomend | gealkyleerd zullen hebben | gealkyleerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
alkylerend | gealkyleerd | ev. alkyleer |
mv. verouderd alkyleert |
alkylere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | alkyleer | alkyleert | alkyleert | alkyleert | alkyleert | alkyleren | alkyleren | alkyleren | |
verleden (o.v.t.) | alkyleerde | alkyleerde | alkyleerde | alkyleerde | alkyleerde | alkyleerden | alkyleerden | alkyleerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal alkyleren | zult/zal alkyleren | zult/zal alkyleren | zult alkyleren | zal alkyleren | zullen alkyleren | zullen alkyleren | zullen alkyleren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou alkyleren | zou alkyleren | zou(dt) alkyleren | zoudt alkyleren | zou alkyleren | zouden alkyleren | zouden alkyleren | zouden alkyleren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gealkyleerd | hebt gealkyleerd | hebt/heeft gealkyleerd | hebt gealkyleerd | heeft gealkyleerd | hebben gealkyleerd | hebben gealkyleerd | hebben gealkyleerd | |
verleden (v.v.t.) | had gealkyleerd | had gealkyleerd | had gealkyleerd | hadt gealkyleerd | had gealkyleerd | hadden gealkyleerd | hadden gealkyleerd | hadden gealkyleerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gealkyleerd hebben | zal/zult gealkyleerd hebben | zult/zal gealkyleerd hebben | zult gealkyleerd hebben | zal gealkyleerd hebben | zullen gealkyleerd hebben | zullen gealkyleerd hebben | zullen gealkyleerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gealkyleerd hebben | zou gealkyleerd hebben | zou/zoudt gealkyleerd hebben | zoudt gealkyleerd hebben | zou gealkyleerd hebben | zouden gealkyleerd hebben | zouden gealkyleerd hebben | zouden gealkyleerd hebben |