vervoeging van de bedrijvende vorm van apaiseren onbepaalde wijs kort lang onvoltooid tegenwoordig apaiseren te apaiseren toekomend zullen apaiseren te...
apaiseer (hulp, bestand) apai·seer apaiseer eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van apaiseren Ik apaiseer. gebiedende wijs van apaiseren Apaiseer...
Geluid: apaiserend (hulp, bestand) apai·se·rend apaiserend onvoltooid deelwoord van apaiseren Het woord apaiserend staat in de Woordenlijst Nederlandse...
apaiserende (hulp, bestand) apai·se·ren·de apaiserende verbogen vorm van apaiserend, het onvoltooid deelwoord van apaiseren Het woord apaiserende staat...
bestand) ge·apai·seerd vervoeging van apaiseren: de stam met omvoegsel ge- -d geapaiseerd voltooid deelwoord van apaiseren Het woord geapaiseerd staat...
apaiseren Jij apaiseert. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van apaiseren Hij apaiseert. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van apaiseren...
ge·apai·seer·de geapaiseerde verbogen vorm van geapaiseerd, voltooid deelwoord van apaiseren Het woord 'geapaiseerde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal...
apaiseerde (hulp, bestand) apai·seer·de apaiseerde enkelvoud verleden tijd van apaiseren Ik apaiseerde. Jij apaiseerde. Hij, zij, het apaiseerde. Het woord...
apaiseerden (hulp, bestand) apai·seer·den apaiseerden meervoud verleden tijd van apaiseren Wij apaiseerden. Jullie apaiseerden. Zij apaiseerden. Het woord apaiseerden...