Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
apen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
apen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
apen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
apen is hier. De definitie van het woord
apen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
apen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- aap zn met de uitgang -en
de apen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord aap
- meervoudsvorm als officiële benaming (primaten) Simiiformes een infraorde uit de orde der primaten (Primates). Alle primaten die niet tot de infraorde van de apen behoren worden halfapen genoemd. Een groep halfapen, de spookdiertjes, wordt beschouwd als de nauwste verwant van de apen en samen worden ze geplaatst in de onderorde Haplorhini
- ▸ En waar zijn die twee apen gebleven? Goh, wat heb ik vanmiddag een lol om ze gehad.[1]
- brulapen, halfapen, robuuste kapucijnapen, slanke kapucijnapen, slingerapen, slingerapen en wolapen, spinapen, wolapen
- Afrikaanse woudaap, amazonebrulaap, Amerikaanse woudaap, Boliviaanse rode brulaap, boneknaap, breedneusaap, bruine brulaap, bruine kapucijnaap, bruine slingeraap, bruine wolaap, bruinkopslingeraap, brulaap, coimbraspringaap, Colombiaanse wolaap, Chinese woudaap, franjeaap, geelborstkapucijnaap, geelstaartwolaap, gestreepte woudaap, gewone wolaap, grijpstaartaap, grijze springaap, grijze wolaap, guyanabrulaap, halfaap, hoffmannsspringaap, hondsaap, kapucijnaap, mantelbrulaap, Mantsjoerijse woudaap, mensaap, Mexicaanse brulaap, Nieuw-Zeelandse woudaap, Noord-Bahiaanse blonde springaap, noordelijke spinaap, rode brulaap, rode springaap, roodhandbrulaap, rossige woudaap, slankaap, slingeraap, smalneusaap, spinaap, stompneusaap, treurkapucijnaap, witbrauwslingeraap, witbuikslingeraap, witschouderkapucijnaap, witvoorhoofdkapucijnaap, wolaap, woudaap, zuidelijke spinaap, zwarte brulaap, zwarte woudaap, zwartgezichtslingeraap, zwarthandslingeraap, zwartkopspringaap, zwartrugwoudaap
- aap na, aap van de Oude Wereld, aap-noot, aap-noot-mies, aapachtig, aapfactor, aapgod, aapmens, al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding, ape-appel, apecacao, apegaap, apegapen, apekind, apekool, apelazarus, apen na, apenaids, apenappel, apenbakkes, apenbek, apenbeul, apenboom, apenborstel, apenbos, apenbroek, apenbrood, apenbrug, apencentrum, apeneiland, apenfamilie, apenfoetus, apengat, apengebouw, apengedrag, apengeil, apengeslacht, apengevecht, apengezicht, apengrijns, apenhaar, apenhanger, apenheul, apenhoed, apenhok, apenhuid, apenhuis, apenjaren, apenjong, apenkam, apenklier, apenkloot, apenkolonie, apenkont, apenkooi, apenkooien, apenkop, apenkost, apenkots, apenkuur, apenland, apenliefde, apenlul, apenmelk, apennoot, apennootje, apenoor, apenoppasser, apenorkest, apenpak, apenpokken, apenpots, apenras, apenrok, apenrots, apenschrik, apensoort, apenspel, apensprong, apenstaart, apenstaartje, apenstam, apenstreek, apentaal, apentouw, apentronie, apentuin, apenvel, apenverblijf, apenverdriet, apenvertoning, apenvlees, aperij, apestoned, apetreiter, apetrots, apezat, apezuur
apen
- (verouderd) iets als een aap nadoen[2]
apen
- meervoud van aap
apen
- meervoud van aap
apen
- open
apen, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van ape
apen, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van ape
apen
- open
apen
- meervoud van aap
apen
- meervoud van aap