vervoeging van de bedrijvende vorm van asfyxiëren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | asfyxiëren | te asfyxiëren | ||||||||
toekomend | zullen asfyxiëren | te zullen asfyxiëren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geasfyxieerd | te hebben geasfyxieerd | ||||||||
toekomend | geasfyxieerd zullen hebben | geasfyxieerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
asfyxiërend | geasfyxieerd | ev. asfyxieer |
mv. verouderd asfyxieert |
asfyxiëre | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | asfyxieer | asfyxieert | asfyxieert | asfyxieert | asfyxieert | asfyxiëren | asfyxiëren | asfyxiëren | |||
verleden (o.v.t.) | asfyxieerde | asfyxieerde | asfyxieerde | asfyxieerde | asfyxieerde | asfyxieerden | asfyxieerden | asfyxieerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal asfyxiëren | zult/zal asfyxiëren | zult/zal asfyxiëren | zult asfyxiëren | zal asfyxiëren | zullen asfyxiëren | zullen asfyxiëren | zullen asfyxiëren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou asfyxiëren | zou asfyxiëren | zou(dt) asfyxiëren | zoudt asfyxiëren | zou asfyxiëren | zouden asfyxiëren | zouden asfyxiëren | zouden asfyxiëren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geasfyxieerd | hebt geasfyxieerd | hebt/heeft geasfyxieerd | hebt geasfyxieerd | heeft geasfyxieerd | hebben geasfyxieerd | hebben geasfyxieerd | hebben geasfyxieerd | |||
verleden (v.v.t.) | had geasfyxieerd | had geasfyxieerd | had geasfyxieerd | hadt geasfyxieerd | had geasfyxieerd | hadden geasfyxieerd | hadden geasfyxieerd | hadden geasfyxieerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geasfyxieerd hebben | zal/zult geasfyxieerd hebben | zult/zal geasfyxieerd hebben | zult geasfyxieerd hebben | zal geasfyxieerd hebben | zullen geasfyxieerd hebben | zullen geasfyxieerd hebben | zullen geasfyxieerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geasfyxieerd hebben | zou geasfyxieerd hebben | zou/zoudt geasfyxieerd hebben | zoudt geasfyxieerd hebben | zou geasfyxieerd hebben | zouden geasfyxieerd hebben | zouden geasfyxieerd hebben | zouden geasfyxieerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm geasfyxieerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt geasfyxieerd | er is geasfyxieerd | |||||||||
verleden | er werd geasfyxieerd | er was geasfyxieerd | |||||||||
toekomend | er zal geasfyxieerd worden | er zal geasfyxieerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou geasfyxieerd worden | er zou geasfyxieerd zijn | |||||||||
lijdende vorm geasfyxieerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | geasfyxieerd worden | geasfyxieerd te worden | ||||||||
toekomend | geasfyxieerd zullen worden | geasfyxieerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | geasfyxieerd zijn | geasfyxieerd te zijn | ||||||||
toekomend | geasfyxieerd zullen zijn | geasfyxieerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word geasfyxieerd | wordt geasfyxieerd | wordt geasfyxieerd | wordt geasfyxieerd | wordt geasfyxieerd | worden geasfyxieerd | worden geasfyxieerd | worden geasfyxieerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd geasfyxieerd | werd geasfyxieerd | werd geasfyxieerd | werdt geasfyxieerd | werd geasfyxieerd | werden geasfyxieerd | werden geasfyxieerd | werden geasfyxieerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal geasfyxieerd worden | zult geasfyxieerd worden | zult geasfyxieerd worden | zult geasfyxieerd worden | zal geasfyxieerd worden | zullen geasfyxieerd worden | zullen geasfyxieerd worden | zullen geasfyxieerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geasfyxieerd worden | zou geasfyxieerd worden | zou/zoudt geasfyxieerd worden | zoudt geasfyxieerd worden | zou geasfyxieerd worden | zouden geasfyxieerd worden | zouden geasfyxieerd worden | zouden geasfyxieerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben geasfyxieerd | bent geasfyxieerd | bent/is geasfyxieerd | zijt geasfyxieerd | is geasfyxieerd | zijn geasfyxieerd | zijn geasfyxieerd | zijn geasfyxieerd | |||
verleden (v.v.t.) | was geasfyxieerd | was geasfyxieerd | was geasfyxieerd | waart geasfyxieerd | was geasfyxieerd | waren geasfyxieerd | waren geasfyxieerd | waren geasfyxieerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geasfyxieerd zijn | zult geasfyxieerd zijn | zult geasfyxieerd zijn | zult geasfyxieerd zijn | zal geasfyxieerd zijn | zullen geasfyxieerd zijn | zullen geasfyxieerd zijn | zullen geasfyxieerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geasfyxieerd zijn | zou geasfyxieerd zijn | zou/zoudt geasfyxieerd zijn | zoudt geasfyxieerd zijn | zou geasfyxieerd zijn | zouden geasfyxieerd zijn | zouden geasfyxieerd zijn | zouden geasfyxieerd zijn |