vervoeging van de bedrijvende vorm van atomiseren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | atomiseren | te atomiseren | ||||||||
toekomend | zullen atomiseren | te zullen atomiseren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geatomiseerd | te hebben geatomiseerd | ||||||||
toekomend | geatomiseerd zullen hebben | geatomiseerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
atomiserend | geatomiseerd | ev. atomiseer |
mv. verouderd atomiseert |
atomisere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | atomiseer | atomiseert | atomiseert | atomiseert | atomiseert | atomiseren | atomiseren | atomiseren | |||
verleden (o.v.t.) | atomiseerde | atomiseerde | atomiseerde | atomiseerde | atomiseerde | atomiseerden | atomiseerden | atomiseerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal atomiseren | zult/zal atomiseren | zult/zal atomiseren | zult atomiseren | zal atomiseren | zullen atomiseren | zullen atomiseren | zullen atomiseren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou atomiseren | zou atomiseren | zou(dt) atomiseren | zoudt atomiseren | zou atomiseren | zouden atomiseren | zouden atomiseren | zouden atomiseren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geatomiseerd | hebt geatomiseerd | hebt/heeft geatomiseerd | hebt geatomiseerd | heeft geatomiseerd | hebben geatomiseerd | hebben geatomiseerd | hebben geatomiseerd | |||
verleden (v.v.t.) | had geatomiseerd | had geatomiseerd | had geatomiseerd | hadt geatomiseerd | had geatomiseerd | hadden geatomiseerd | hadden geatomiseerd | hadden geatomiseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geatomiseerd hebben | zal/zult geatomiseerd hebben | zult/zal geatomiseerd hebben | zult geatomiseerd hebben | zal geatomiseerd hebben | zullen geatomiseerd hebben | zullen geatomiseerd hebben | zullen geatomiseerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geatomiseerd hebben | zou geatomiseerd hebben | zou/zoudt geatomiseerd hebben | zoudt geatomiseerd hebben | zou geatomiseerd hebben | zouden geatomiseerd hebben | zouden geatomiseerd hebben | zouden geatomiseerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm geatomiseerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt geatomiseerd | er is geatomiseerd | |||||||||
verleden | er werd geatomiseerd | er was geatomiseerd | |||||||||
toekomend | er zal geatomiseerd worden | er zal geatomiseerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou geatomiseerd worden | er zou geatomiseerd zijn | |||||||||
lijdende vorm geatomiseerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | geatomiseerd worden | geatomiseerd te worden | ||||||||
toekomend | geatomiseerd zullen worden | geatomiseerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | geatomiseerd zijn | geatomiseerd te zijn | ||||||||
toekomend | geatomiseerd zullen zijn | geatomiseerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word geatomiseerd | wordt geatomiseerd | wordt geatomiseerd | wordt geatomiseerd | wordt geatomiseerd | worden geatomiseerd | worden geatomiseerd | worden geatomiseerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd geatomiseerd | werd geatomiseerd | werd geatomiseerd | werdt geatomiseerd | werd geatomiseerd | werden geatomiseerd | werden geatomiseerd | werden geatomiseerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal geatomiseerd worden | zult geatomiseerd worden | zult geatomiseerd worden | zult geatomiseerd worden | zal geatomiseerd worden | zullen geatomiseerd worden | zullen geatomiseerd worden | zullen geatomiseerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geatomiseerd worden | zou geatomiseerd worden | zou/zoudt geatomiseerd worden | zoudt geatomiseerd worden | zou geatomiseerd worden | zouden geatomiseerd worden | zouden geatomiseerd worden | zouden geatomiseerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben geatomiseerd | bent geatomiseerd | bent/is geatomiseerd | zijt geatomiseerd | is geatomiseerd | zijn geatomiseerd | zijn geatomiseerd | zijn geatomiseerd | |||
verleden (v.v.t.) | was geatomiseerd | was geatomiseerd | was geatomiseerd | waart geatomiseerd | was geatomiseerd | waren geatomiseerd | waren geatomiseerd | waren geatomiseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geatomiseerd zijn | zult geatomiseerd zijn | zult geatomiseerd zijn | zult geatomiseerd zijn | zal geatomiseerd zijn | zullen geatomiseerd zijn | zullen geatomiseerd zijn | zullen geatomiseerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geatomiseerd zijn | zou geatomiseerd zijn | zou/zoudt geatomiseerd zijn | zoudt geatomiseerd zijn | zou geatomiseerd zijn | zouden geatomiseerd zijn | zouden geatomiseerd zijn | zouden geatomiseerd zijn |