vervoeging van de bedrijvende vorm van back-uppen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | back-uppen | te back-uppen | ||||||||
toekomend | zullen back-uppen | te zullen back-uppen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geback-upt | te hebben geback-upt | ||||||||
toekomend | geback-upt zullen hebben | geback-upt te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
back-uppend | geback-upt | ev. back-up |
mv. verouderd back-upt |
back-uppe | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | back-up | back-upt | back-upt | back-upt | back-upt | back-uppen | back-uppen | back-uppen | |||
verleden (o.v.t.) | back-upte | back-upte | back-upte | back-upte | back-upte | back-upten | back-upten | back-upten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal back-uppen | zult/zal back-uppen | zult/zal back-uppen | zult back-uppen | zal back-uppen | zullen back-uppen | zullen back-uppen | zullen back-uppen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou back-uppen | zou back-uppen | zou(dt) back-uppen | zoudt back-uppen | zou back-uppen | zouden back-uppen | zouden back-uppen | zouden back-uppen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geback-upt | hebt geback-upt | hebt/heeft geback-upt | hebt geback-upt | heeft geback-upt | hebben geback-upt | hebben geback-upt | hebben geback-upt | |||
verleden (v.v.t.) | had geback-upt | had geback-upt | had geback-upt | hadt geback-upt | had geback-upt | hadden geback-upt | hadden geback-upt | hadden geback-upt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geback-upt hebben | zal/zult geback-upt hebben | zult/zal geback-upt hebben | zult geback-upt hebben | zal geback-upt hebben | zullen geback-upt hebben | zullen geback-upt hebben | zullen geback-upt hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geback-upt hebben | zou geback-upt hebben | zou/zoudt geback-upt hebben | zoudt geback-upt hebben | zou geback-upt hebben | zouden geback-upt hebben | zouden geback-upt hebben | zouden geback-upt hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm geback-upt worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt geback-upt | er is geback-upt | |||||||||
verleden | er werd geback-upt | er was geback-upt | |||||||||
toekomend | er zal geback-upt worden | er zal geback-upt zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou geback-upt worden | er zou geback-upt zijn | |||||||||
lijdende vorm geback-upt worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | geback-upt worden | geback-upt te worden | ||||||||
toekomend | geback-upt zullen worden | geback-upt te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | geback-upt zijn | geback-upt te zijn | ||||||||
toekomend | geback-upt zullen zijn | geback-upt te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word geback-upt | wordt geback-upt | wordt geback-upt | wordt geback-upt | wordt geback-upt | worden geback-upt | worden geback-upt | worden geback-upt | |||
verleden (o.v.t.) | werd geback-upt | werd geback-upt | werd geback-upt | werdt geback-upt | werd geback-upt | werden geback-upt | werden geback-upt | werden geback-upt | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal geback-upt worden | zult geback-upt worden | zult geback-upt worden | zult geback-upt worden | zal geback-upt worden | zullen geback-upt worden | zullen geback-upt worden | zullen geback-upt worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geback-upt worden | zou geback-upt worden | zou/zoudt geback-upt worden | zoudt geback-upt worden | zou geback-upt worden | zouden geback-upt worden | zouden geback-upt worden | zouden geback-upt worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben geback-upt | bent geback-upt | bent/is geback-upt | zijt geback-upt | is geback-upt | zijn geback-upt | zijn geback-upt | zijn geback-upt | |||
verleden (v.v.t.) | was geback-upt | was geback-upt | was geback-upt | waart geback-upt | was geback-upt | waren geback-upt | waren geback-upt | waren geback-upt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geback-upt zijn | zult geback-upt zijn | zult geback-upt zijn | zult geback-upt zijn | zal geback-upt zijn | zullen geback-upt zijn | zullen geback-upt zijn | zullen geback-upt zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geback-upt zijn | zou geback-upt zijn | zou/zoudt geback-upt zijn | zoudt geback-upt zijn | zou geback-upt zijn | zouden geback-upt zijn | zouden geback-upt zijn | zouden geback-upt zijn |