bacon

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bacon. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bacon, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bacon in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bacon is hier. De definitie van het woord bacon zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbacon, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
bacon

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·con
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘spek’ voor het eerst aangetroffen in 1949
enkelvoud meervoud
naamwoord bacon -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

bacon m / o

  1. (voeding) licht gezouten en gerookt mager spek (met vlees eraan)
    • In Engeland eet meen bacon and eggs voor het ontbijt. 
     Na mijn gesprekje met John had ik steeds aan bacon moeten denken. Toen de lange kamerheer me mee de keuken uit nam, had ik het gevoel alsof me een lekker hapje uit de hand was gegrist. 'Meneer?'zei ik. Ík heb sinds vanochtend niets meer gegeten. Hij keek me geërgerd aan. 'We hebben het middageten al gehad. Misschien kun je vanavond nog wat mee-eten.'
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen