Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
bade. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
bade, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
bade in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
bade is hier. De definitie van het woord
bade zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
bade, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
bade
- aanvoegende wijs van baden
bade
- onovergankelijk baden, zwemmen
- overgankelijk iemand baden
bade
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van bad
bade
- onovergankelijk baden, zwemmen
- «I ferien badet vi hver dag.»
- In de vakantie baadden wij elke dag.
- onovergankelijk (figuurlijk) baden
- «Snøfjellene lå badet i sol.»
- De besneeuwde bergen lagen gebaad in zonneschijn.
- overgankelijk iemand baden
- «Vi badet barna.»
- Wij baadden de kinderen.
- overgankelijk dopen, soppen
zwemmen in de zee
baden in het zweet (letterlijk: gebaad zijn in zweet))
bade
- onovergankelijk baden, zwemmen
- onovergankelijk, (figuurlijk) baden
- «Landskapet låg bada i sol.»
- Het landschap lag gebaad in zonneschijn.
- overgankelijk iemand baden
- «Vi bada ungene.»
- Wij baadden de kinderen.
- overgankelijk dopen, soppen
zwemmen in de zee
baden in het zweet (letterlijk: gebaad liggen in zweet))