beffen/vervoeging

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord beffen/vervoeging. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord beffen/vervoeging, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je beffen/vervoeging in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord beffen/vervoeging is hier. De definitie van het woord beffen/vervoeging zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbeffen/vervoeging, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vervoeging van de bedrijvende vorm van beffen
onbepaalde wijs kort lang
onvoltooid tegenwoordig beffen te beffen
toekomend zullen beffen te zullen beffen
voltooid tegenwoordig hebben gebeft te hebben gebeft
toekomend gebeft zullen hebben gebeft te zullen hebben
onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord gebiedende wijs aanvoegende wijs
beffend gebeft ev.
bef		 mv. verouderd
beft		 beffe
aantonende wijs enkelvoud meervoud
onvoltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij, ge hij, zij, het wij, we jullie zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.) bef beft beft beft beft beffen beffen beffen
verleden (o.v.t.) befte befte befte befte befte beften beften beften
toekomend (o.t.t.t.) zal beffen zult/zal beffen zult/zal beffen zult beffen zal beffen zullen beffen zullen beffen zullen beffen
voorwaardelijk (o.v.t.t.) zou beffen zou beffen zou(dt) beffen zoudt beffen zou beffen zouden beffen zouden beffen zouden beffen
voltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij hij, zij, het wij jullie zij
tegenwoordig (v.t.t.) heb gebeft hebt gebeft hebt/heeft gebeft hebt gebeft heeft gebeft hebben gebeft hebben gebeft hebben gebeft
verleden (v.v.t.) had gebeft had gebeft had gebeft hadt gebeft had gebeft hadden gebeft hadden gebeft hadden gebeft
toekomend (v.t.t.t.) zal gebeft hebben zal/zult gebeft hebben zult/zal gebeft hebben zult gebeft hebben zal gebeft hebben zullen gebeft hebben zullen gebeft hebben zullen gebeft hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.) zou gebeft hebben zou gebeft hebben zou/zoudt gebeft hebben zoudt gebeft hebben zou gebeft hebben zouden gebeft hebben zouden gebeft hebben zouden gebeft hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gebeft worden
onvoltooid voltooid
tegenwoordig er wordt gebeft er is gebeft
verleden er werd gebeft er was gebeft
toekomend er zal gebeft worden er zal gebeft zijn
voorwaardelijk er zou gebeft worden er zou gebeft zijn


Enciclo
Wikious
Sapientia
Scientia
Boobota
Anandapedia
Sagapedia
Wikithot