Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
begin. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
begin, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
begin in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
begin is hier. De definitie van het woord
begin zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
begin, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het begin o
- het eerste deel, het op gang komen
- In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water.
- In het begin was ze verlegen maar toen ze zich eenmaal thuis voelde werd ze brutaal.
- ▸ Helemaal alleen zijn was in het begin erg wennen.[2]
- (waterbeheer) de oudste plekken in een oudlandpolder van waaruit het inpolderingsproces begonnen is
- Als de polder niet herverkaveld is zijn de beginnen vaak nog in het landschap te herkennen.
- Een goed begin is het halve werk
beter een goede start te maken dan later puin te moeten ruimen ofwel: met een goede voorbereiding kan het werk goed en snel gedaan worden
begin
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beginnen
- gebiedende wijs van beginnen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beginnen
- ▸ Een leraar van de gemengde school, ja nu begin ik een probleem te vermoeden.[4]
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[5]
|
begin
- begin
begin
- onovergankelijk beginnen , van start gaan
- «The journey has just begun.»
- De reis is net begonnen.
- overgankelijk beginnen , in gang zetten
99 % |
van de Amerikanen;
|
99 % |
van de Britten.[1]
|
begin o
- (Hooglimburgs) begin
- «In g'm beginnem sjaap Gód d'n hieëmel èn die-n aerj.»
- In den beginne schiep God de hemel en de aarde.
|
enkelvoud
|
meervoud
|
geheel
|
gemuteerd
|
verkleind
|
gemuteerd verkleind
|
geheel
|
gemuteerd
|
verkleind
|
gemuteerd verkleind
|
nominatief
|
begin |
- |
beginke |
- |
beginner |
- |
beginkes |
-
|
genitief
|
begins |
- |
beginkes |
- |
beginner |
- |
beginkes |
-
|
locatief
|
beginnes |
- |
beginneske |
- |
beginnese |
- |
beginnekes |
-
|
datief
|
beginne(m) |
- |
beginke |
- |
beginner |
- |
beginkes |
-
|
accusatief
|
begin |
- |
beginke |
- |
beginner |
- |
beginkes |
-
|
begin
- begin