begin

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord begin. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord begin, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je begin in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord begin is hier. De definitie van het woord begin zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbegin, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • be·gin
enkelvoud meervoud
naamwoord begin beginnen
verkleinwoord beginnetje beginnetjes

het begino

  1. het eerste deel, het op gang komen
    • In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water. 
    • In het begin was ze verlegen maar toen ze zich eenmaal thuis voelde werd ze brutaal. 
     Helemaal alleen zijn was in het begin erg wennen.[2]
  2. (waterbeheer) de oudste plekken in een oudlandpolder van waaruit het inpolderingsproces begonnen is
    • Als de polder niet herverkaveld is zijn de beginnen vaak nog in het landschap te herkennen. 
  • Alle begin is moeilijk
Stoett-185 [3]
  • Een goed begin is het halve werk
beter een goede start te maken dan later puin te moeten ruimen ofwel: met een goede voorbereiding kan het werk goed en snel gedaan worden
vervoeging van
beginnen

begin

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beginnen
    • Ik begin. 
  2. gebiedende wijs van beginnen
    • Begin! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beginnen
    • Begin je? 
     Een leraar van de gemengde school, ja nu begin ik een probleem te vermoeden.[4]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]
  1. begin op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. www.dbnl.org
  4. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


begin

  1. begin


vervoeging
onbepaalde wijs to  begin 
he/she/it  begins 
verleden tijd  began 
voltooid
deelwoord
 begun 
onvoltooid
deelwoord
 beginning 
gebiedende wijs  begin 

begin

  1. onovergankelijk beginnen , van start gaan
    «The journey has just begun
    De reis is net begonnen.
  2. overgankelijk beginnen , in gang zetten
99 % van de Amerikanen;
99 % van de Britten.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 30 september 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be


begin o

  1. (Hooglimburgs) begin
    «In g'm beginnem sjaap Gód d'n hieëmel èn die-n aerj.»
    In den beginne schiep God de hemel en de aarde.


begin

  1. begin