vervoeging van de bedrijvende vorm van beperken | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | beperken | te beperken | ||||||||
toekomend | zullen beperken | te zullen beperken | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben beperkt | te hebben beperkt | ||||||||
toekomend | beperkt zullen hebben | beperkt te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
beperkend | beperkt | ev. beperk |
mv. verouderd beperkt |
beperke | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | beperk | beperkt | beperkt | beperkt | beperkt | beperken | beperken | beperken | |||
verleden (o.v.t.) | beperkte | beperkte | beperkte | beperkte | beperkte | beperkten | beperkten | beperkten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal beperken | zult/zal beperken | zult/zal beperken | zult beperken | zal beperken | zullen beperken | zullen beperken | zullen beperken | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou beperken | zou beperken | zou(dt) beperken | zoudt beperken | zou beperken | zouden beperken | zouden beperken | zouden beperken | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb beperkt | hebt beperkt | hebt/heeft beperkt | hebt beperkt | heeft beperkt | hebben beperkt | hebben beperkt | hebben beperkt | |||
verleden (v.v.t.) | had beperkt | had beperkt | had beperkt | hadt beperkt | had beperkt | hadden beperkt | hadden beperkt | hadden beperkt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal beperkt hebben | zal/zult beperkt hebben | zult/zal beperkt hebben | zult beperkt hebben | zal beperkt hebben | zullen beperkt hebben | zullen beperkt hebben | zullen beperkt hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou beperkt hebben | zou beperkt hebben | zou/zoudt beperkt hebben | zoudt beperkt hebben | zou beperkt hebben | zouden beperkt hebben | zouden beperkt hebben | zouden beperkt hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm beperkt worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt beperkt | er is beperkt | |||||||||
verleden | er werd beperkt | er was beperkt | |||||||||
toekomend | er zal beperkt worden | er zal beperkt zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou beperkt worden | er zou beperkt zijn | |||||||||
lijdende vorm beperkt worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | beperkt worden | beperkt te worden | ||||||||
toekomend | beperkt zullen worden | beperkt te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | beperkt zijn | beperkt te zijn | ||||||||
toekomend | beperkt zullen zijn | beperkt te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word beperkt | wordt beperkt | wordt beperkt | wordt beperkt | wordt beperkt | worden beperkt | worden beperkt | worden beperkt | |||
verleden (o.v.t.) | werd beperkt | werd beperkt | werd beperkt | werdt beperkt | werd beperkt | werden beperkt | werden beperkt | werden beperkt | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal beperkt worden | zult beperkt worden | zult beperkt worden | zult beperkt worden | zal beperkt worden | zullen beperkt worden | zullen beperkt worden | zullen beperkt worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou beperkt worden | zou beperkt worden | zou/zoudt beperkt worden | zoudt beperkt worden | zou beperkt worden | zouden beperkt worden | zouden beperkt worden | zouden beperkt worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben beperkt | bent beperkt | bent/is beperkt | zijt beperkt | is beperkt | zijn beperkt | zijn beperkt | zijn beperkt | |||
verleden (v.v.t.) | was beperkt | was beperkt | was beperkt | waart beperkt | was beperkt | waren beperkt | waren beperkt | waren beperkt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal beperkt zijn | zult beperkt zijn | zult beperkt zijn | zult beperkt zijn | zal beperkt zijn | zullen beperkt zijn | zullen beperkt zijn | zullen beperkt zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou beperkt zijn | zou beperkt zijn | zou/zoudt beperkt zijn | zoudt beperkt zijn | zou beperkt zijn | zouden beperkt zijn | zouden beperkt zijn | zouden beperkt zijn |