Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
bezit. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
bezit, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
bezit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
bezit is hier. De definitie van het woord
bezit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
bezit, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het bezit o
- datgene wat men bezit of heeft
- De auto was niet zijn bezit.
- (juridisch) het houden of genieten van een goed, dat iemand in persoon, of door een ander in zijn feitelijke macht heeft, alsof het aan hem toebehoort
- ▸ Zelf waren ze ook in het bezit van een computer met internetaansluiting.[1]
1. al iemands bezittingen
2. het houden van een goed voor zichzelf
bezit
- enkelvoud tegenwoordige tijd van bezitten
- gebiedende wijs van bezitten
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[2]
|