vervoeging van de bedrijvende vorm van bijsluiten | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | bijsluiten | bij te sluiten | ||||||||
toekomend | zullen bijsluiten bij zullen sluiten |
te zullen bijsluiten bij te zullen sluiten | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben bijgesloten | te hebben bijgesloten | ||||||||
toekomend | bijgesloten zullen hebben | bijgesloten te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
bijsluitend | bijgesloten | ev. sluit bij |
mv. verouderd sluit bij |
sluite bij (bijzin) bijsluite | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | sluit bij | sluit bij | sluit bij | sluit bij | sluit bij | sluiten bij | sluiten bij | sluiten bij | |||
verleden (o.v.t.) | sloot bij | sloot bij | sloot bij | sloot bij | sloot bij | sloten bij | sloten bij | sloten bij | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal bijsluiten | zult/zal bijsluiten | zult/zal bijsluiten | zult bijsluiten | zal bijsluiten | zullen bijsluiten | zullen bijsluiten | zullen bijsluiten | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou bijsluiten | zou bijsluiten | zou(dt) bijsluiten | zoudt bijsluiten | zou bijsluiten | zouden bijsluiten | zouden bijsluiten | zouden bijsluiten | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | bijsluit | bijsluit | bijsluit | bijsluit | bijsluit | bijsluiten | bijsluiten | bijsluiten | |||
verleden (o.v.t.) | bijsloot | bijsloot | bijsloot | bijsloot | bijsloot | bijsloten | bijsloten | bijsloten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal bijsluiten bij zal sluiten |
zult/zal bijsluiten bij zult/zal sluiten |
zult/zal bijsluiten bij zult/zal sluiten |
zult bijsluiten bij zult sluiten |
zal bijsluiten bij zal sluiten |
zullen bijsluiten bij zullen sluiten |
zullen bijsluiten bij zullen sluiten |
zullen bijsluiten bij zullen sluiten | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou bijsluiten bij zou sluiten |
zou bijsluiten bij zou sluiten |
zou(dt) bijsluiten bij zou(dt) sluiten |
zoudt bijsluiten bij zoudt sluiten |
zou bijsluiten bij zou sluiten |
zouden bijsluiten bij zouden sluiten |
zouden bijsluiten bij zouden sluiten |
zouden bijsluiten bij zouden sluiten | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb bijgesloten | hebt bijgesloten | hebt/heeft bijgesloten | hebt bijgesloten | heeft bijgesloten | hebben bijgesloten | hebben bijgesloten | hebben bijgesloten | |||
verleden (v.v.t.) | had bijgesloten | had bijgesloten | had bijgesloten | hadt bijgesloten | had bijgesloten | hadden bijgesloten | hadden bijgesloten | hadden bijgesloten | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal bijgesloten hebben | zal/zult bijgesloten hebben | zult/zal bijgesloten hebben | zult bijgesloten hebben | zal bijgesloten hebben | zullen bijgesloten hebben | zullen bijgesloten hebben | zullen bijgesloten hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou bijgesloten hebben | zou bijgesloten hebben | zou/zoudt bijgesloten hebben | zoudt bijgesloten hebben | zou bijgesloten hebben | zouden bijgesloten hebben | zouden bijgesloten hebben | zouden bijgesloten hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm bijgesloten worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt bijgesloten | er is bijgesloten | |||||||||
verleden | er werd bijgesloten | er was bijgesloten | |||||||||
toekomend | er zal bijgesloten worden | er zal bijgesloten zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou bijgesloten worden | er zou bijgesloten zijn | |||||||||
lijdende vorm bijgesloten worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | bijgesloten worden | bijgesloten te worden | ||||||||
toekomend | bijgesloten zullen worden | bijgesloten te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | bijgesloten zijn | bijgesloten te zijn | ||||||||
toekomend | bijgesloten zullen zijn | bijgesloten te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word bijgesloten | wordt bijgesloten | wordt bijgesloten | wordt bijgesloten | wordt bijgesloten | worden bijgesloten | worden bijgesloten | worden bijgesloten | |||
verleden (o.v.t.) | werd bijgesloten | werd bijgesloten | werd bijgesloten | werdt bijgesloten | werd bijgesloten | werden bijgesloten | werden bijgesloten | werden bijgesloten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal bijgesloten worden | zult bijgesloten worden | zult bijgesloten worden | zult bijgesloten worden | zal bijgesloten worden | zullen bijgesloten worden | zullen bijgesloten worden | zullen bijgesloten worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou bijgesloten worden | zou bijgesloten worden | zou/zoudt bijgesloten worden | zoudt bijgesloten worden | zou bijgesloten worden | zouden bijgesloten worden | zouden bijgesloten worden | zouden bijgesloten worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben bijgesloten | bent bijgesloten | bent/is bijgesloten | zijt bijgesloten | is bijgesloten | zijn bijgesloten | zijn bijgesloten | zijn bijgesloten | |||
verleden (v.v.t.) | was bijgesloten | was bijgesloten | was bijgesloten | waart bijgesloten | was bijgesloten | waren bijgesloten | waren bijgesloten | waren bijgesloten | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal bijgesloten zijn | zult bijgesloten zijn | zult bijgesloten zijn | zult bijgesloten zijn | zal bijgesloten zijn | zullen bijgesloten zijn | zullen bijgesloten zijn | zullen bijgesloten zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou bijgesloten zijn | zou bijgesloten zijn | zou/zoudt bijgesloten zijn | zoudt bijgesloten zijn | zou bijgesloten zijn | zouden bijgesloten zijn | zouden bijgesloten zijn | zouden bijgesloten zijn |