bips

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bips. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bips, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bips in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bips is hier. De definitie van het woord bips zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbips, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een bips
(aquarel van Jean-Jacques Lequeu)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bips
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘achterwerk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1894
enkelvoud meervoud
naamwoord bips bipsen
verkleinwoord bipsje bipsjes

Zelfstandig naamwoord

de bipsv

  1. (anatomie), (eufemisme) billen, achterwerk, derrière
    • - Voor de bips geldt kijken, kijken, maar niet aankomen. 
    • - Het stoute kind kreeg een tik op zijn bips. 
     Die G Star-spijkerbroek knijpt in het kruis en dat Agnès B-colbert kruipt in de oksel, maar de joggingbroek valt als gegoten om ieders bips.

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen